17 augustus 2013

collectibles deden het goed, maar waren postzegels een goede belegging?


http://www.economist.com/news/finance-and-economics/21583662-investing-luxury-items-can-yield-high-returns-risks-are-commensurate-fruits

The economist had weer eens een plaatje van wat de waarde van allerlei collectibles heeft gedaan versus aandelen. Antieke auto's was het beste, maar allerlei andere collectibles deden het ook goed. De waardestijging was heel mooi, maar het is natuurlijk wel moeilijk om werkelijk die waardestijging te incasseren. Je koopt meestal duur en verkoopt goedkoop.

Als postzegelverzamelaar keek ik natuurlijk op van de gesuggereerde stijging van de waarde van postzegels. Al decennia daalt de waarde van postzegels in Nederland.

Heb ik postzegels die verviervoudigd zijn in waarde? Ja, maar niet zo veel. Beter China en India postfris is wel tien keer over de kop gegaan. Postfris klassieke zegels (wie heeft die?) of met nette gom zijn vaak sterk in waarde gestegen in veel landen . Maar de rest is meestal om te huilen geweest in de afgelopen decennia.

Nederlandse postzegels is een drama sinds 1982 en voor bijvoorbeeld Duitsland geldt de laatste jaren dit ook. Redelijke verzamelingen Nederland brachten zo’n tien jaar geleden ongeveer 10% van de cataloguswaarde op, nu slechts (bij vrijwel onveranderde tot iets hogere cataloguswaarde) ongeveer 4%. Topverzamelingen deden het wel beter. Alhoewel, de beruchte nummers 80 en 101 die in bijna alle verzamelingen ontbreken zijn ook behoorlijk achteruitgekacheld in de laatste jaren. Deze nummers zijn moeilijk, maar niet echt zeldzaam. Er zijn de nodige postzegels van Latijns Amerika die veel zeldzamer zijn en maar een paar euro kosten.

Overigens zijn de dure zegels van de traditioneel meest populaire gebieden in de wereld wel enigszins in waarde gestegen in de afgelopen jaren. Amerikaanse postzegels en die van het gemenebest deden het veel beter.

Bij postzegels deden de beleggers het goed en de verzamelaars slecht qua waardeontwikkeling. Dat is niet altijd zo. In de jaren 60 en 70 was het eerder andersom. Het beste kon je de nieuwe zegels aan het postkantoor kopen of de zegels uit de jaren 50, die stegen in de jaren daarna het meest. Klassieke zegels bleven belangrijk achter. In China zag je dit overigens ook recentelijk. Zegels rond 1960-1980 deden het de laatste jaren veel beter dan die van rond 1880.

Maar de echt heel dure zegels, die zijn inderdaad in waarde gestegen. Dat zijn de topzegels die in hun eentje al meer waard zijn dan de hele postzegelverzameling van de meeste postzegelaars.
Bill Gross is het voorbeeld dat steeds aangehaald wordt hoe je moet beleggen in postzegels. Hij heeft inderdaad enorme winsten weten te realiseren op postzegels en hij heeft vermoedelijk afgezien van het Britse koningshuis de meest waardevolle postzegelverzameling.

Stanley Gibbons, de grootse postzegelhandelaar in de wereld haalt aan hoe hij rond 2000 voor 2,5 miljoen dollar Engelse postzegels kocht en die voor 9,1 miljoen verkocht. Eenzelfde verhaal geldt voor zijn Amerikaanse zegeltjes.
Wat raadt Stanley Gibbons nu aan? Koop de blackpenny postfris (de eerste postzegel die ooit uitgegegeven werd in 1840 in Engeland. Deze zegel heeft een heel dunne rand en is bijna altijd kapot. Er zijn maar weinig ongestempelde zegels van en postfris moet je al helemaal met een kaarsje zoeken. Ik heb alleen een paar gestempelde blackpennies; het is een postzegel met een verhaal die iedereen wil hebben. Stanley Gibbons verdenkt de Chinezen ervan dat ze juist dit zegeltje en masse willen inslaan).

Waarom hebben Nederlandse postzegelverzamelaars heel andere ervaringen? Zij kopen eenvoudige zegels, serietje voor serietje en betalen daar elke keer veel te veel voor. Dan houden ze ermee op en verkopen de heleboel een keer en masse. Dat brengt niets op. Ze hadden het andersom moeten doen: en masse kopen en dan los uitverkopen, maar daar moet je natuurlijk wel heel veel geduld en tijd voor hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten